top of page
  • Foto van schrijverBrigitte Van Gerven

Hoog tijd voor het klimaatinkomen

Energieprijzen swingen de pan uit door een combinatie van economisch herstel, een daling van de gasvoorraden en een hogere prijs voor de CO2-uitstoot. Het is dus hoog tijd voor het klimaatinkomen: een maandelijks bedrag dat burgers helpt om de hogere energieprijzen te verteren. Het klimaatinkomen kan dit op lange termijn verzekeren en versnelt de verduurzaming van onze energiebehoefte.

De laatste dagen beseft de politiek dat het iets moet ondernemen om haar burgers te helpen de hogere energiefactuur te kunnen trotseren. Drie parlementsleden van CDH pleiten voor een "gas-cheque" van 125€, vice premier en minister van economie Pierre-Yves Dermagne (PS) stelt een "energie-cheque" van 100 euro voor, en volgens minister van Financiën, Vincent van Peteghem (CD&V) bekijkt de federale regering hoe ze de extra inkomsten uit BTW kan teruggeven aan de gezinnen.


Op korte termijn zijn die maatregelen te verantwoorden en kan er budgettair wel geld voor worden vrijgemaakt, maar op lange termijn is dat natuurlijk niet houdbaar. De energietransitie is nog maar net ingezet en naar verwachting zullen de prijzen de komende jaren nog meer stijgen. Een eenmalige steun lost dus fundamenteel niets op. Meer nog: indien de overheid de prijsstijging telkens bijpast, komt het de facto neer op een verdere subsidiëring van het gebruik van fossiele energiebronnen. En dat is net niet de bedoeling.


Het klimaatinkomen daarentegen is een oplossing ten gronde. Volgens het principe “de vervuiler betaalt” wordt er een prijs geplakt op de uitstoot van broeikasgassen en de opbrengst wordt onder de mensen verdeeld. Zo bescherm je de burgers tegen de hogere energiefacturen en betrek je ze in de energietransitie doordat duurzame keuzes aantrekkelijker worden.


Waar wordt die prijs geplakt?

Een deel van de uitstoot valt al onder de Europese emissiehandel (ETS) waarvan de opbrengst via een veiling jaarlijks naar de lidstaten vloeit. In coronajaar 2020 bracht die veiling in “emissierechten” België 356 miljoen euro op aan een gemiddelde prijs van 24,33 euro. De waarde van die “emissierechten” is dit jaar gestegen van 33,69 euro naar 62,88 euro. Samen met de heropleving van de economie zal dit bij benadering 1 miljard opleveren.


Om het gebruik van fossiele brandstoffen verder af te bouwen, wil Europa de emissiehandel ook nog uitbreiden naar de transportsector en gebouwen. Hoe die uitbreiding er komt is nog lang niet beslist, maar ook deze extra opbrengsten zullen naar de lidstaten vloeien, en volgens een eerste voorzichtige schatting zou België hierdoor jaarlijks aanspraak maken op 1,2 miljard euro.


Daarnaast bestaat de Belgische energieprijs niet alleen puur uit de energiekost, maar ook uit accijnzen, btw, netwerktarieven etc. Een rationeel deel hiervan kan ook worden aangewend, zoals trouwens enkele huidige voorstellen suggereren.


Dan rest nog de “olifant in de kamer”: In een recent artikel verwees Yelter Bollen, beleidsexpert klimaat en milieufiscaliteit bij Bond Beter Leefmilieu, naar de huidige subsidiëring van fossiele brandstoffen. In ons land bedraagt dit jaarlijks €13 miljard ofwel 1 128 euro per Belg. Als je weet dat een gemiddeld gezin een energiefactuur heeft van 2 623 euro, zou het heroriënteren van die subsidies een wereld van verschil kunnen maken.


Kortom, er zijn heel veel manieren om het Klimaatinkomen te financieren, en de rest kan worden ingezet om innovatieve industrieën en KMO’s te steunen in hun weg naar duurzaamheid, stimulerend beleid te voeren om onze huizen energieneutraal te maken en ervoor te zorgen dat dit op een transparante en faire manier gebeurt.


Waar wachten we nog op?


John Dams

Brigitte Van Gerven


bottom of page